Weduwe Adriaan Scheepers

Kadaster nummer:  A-1611 De Hage weg

Eigenaar:                  Adriaan Schepens

Beroep:                     Landbouwer

Beschrijving:            Huis en erf, tuin, boomgaard en weiland. Oppervlakte 700 m²

Gezin Adrianus Schepens gehuwd op 30-08-1801 Maarheeze met Wilhelma Hesemans

Na het overlijden van vader Adrianus worden volgens het kadaster de kinderen Jacobus, Petrus en Maria Sophia eigenaar van de boerderij.

Jacbus en Hendrik staan beiden ingeschreven als koopman, zus Maria Sophia als landbouwer.

Er is een neef Jacobus Schepens uit Weert komen inwonen, de latere burgemeester van Maarheeze. In 1860 staat Jacobus net als zijn uit Weert afkomstige neef Jacobus ingeschreven als koopman in manufacturen. Er komt tijdelijk nog een neef uit Weert inwonen, Leonardus, maar deze blijft maar kort. Zus Sophia Maria staat ingeschreven als landbouwer.

De broers Jacobus en Peter staan ingeschreven als koopman in manufacturen, zus Sophia Maria als landbouwer.

Na het overlijden van Jacobus in 1866, worden Peter en Maria Sophia de eigenaars. Zij blijven ongehuwd.

Kadaster PKL (Persoonlijke kadastrale legger)

Op 16 juni 1869 huwt Jacobus Adrianus (de neef uit Weert) in Beesd met Theodora Elisabeth van Mook geboren 6 januari 1844 in Rhenoy Gelderland.

Van 1872-1879 staat het echtpaar ingeschreven op nr. 101a, met als beroep voor Jacobus winkelier. Het echtpaar heeft dan twee dochters.

De oudste broer Jacobus is in 1866 overleden.

In 1879 is Jacobus Adrianus terug in de Kerkstraat, mét twee kinderen, maar er worden er meer geboren in deze periode.

Daarnaast volgde Jacobus Schepens in 1876 ook nog eens Hendrikus van Hooff op als burgemeester. Hij zou dit ambt bekleden tot 1906.

Nederlandse Staatscourant - 1876-01-25

In 1880 komt de ongehuwde zus Maria Sophia te overlijden en haar memorie van successie laat onder andere zien:

De ondergetekende Petrus Schepens zonder beroep wonende te Maarheeze verklaart dat zijne zuster Maria Sophia Schepens op den 14^e februari 1880 te Maarheeze zijnde hare laatste woonplaats is overleden, na bij testament verleden voor nu wijlen notaris de Bie 20 februari 1879 haren broeder Peter of Petrus tot erfgenaam te hebben benoemd.

In 1889 komt de ongehuwde Petrus te overlijden en zijn memorie van successie laat onder andere zien:

"De ondergetekende Jacobus Adrianus Schepens, burgemeester van en wonende te Maarheeze verklaart dat zijn oom Petrus Schepens op den 7 juni 1889 te Maarheeze, zijnde zijne laatste woonplaats is overleden.

Bij testament verleden voor nu wijlen notaris de Bie te Budel in dato 20 februari 1879 zijnen neef Jacobus Adriaan Schepens (bij voor overlijden zijner zuster Maria Sophia Schepens) tot erfgenamen te hebben benoemd".

In deze periode overlijden verder de kinderen Henricus Antonius in 1881, Henricus Jacobus in 1886 en Antonetta Maria in 1889. Met het overlijden van Peter en Sophia, is de boerderij nu eigendom van burgemeester Jacobus Adrianus Schepens.

1910 Burgemeester Schepens met echtgenote en vijf van de kinderen

In 1883 is het geheel in twee percelen verdeeld zoals te zien op bovenstaande kaart, perceel A-2615 en A-2616.

In 1885 veranderen de kadastrale gegevens opnieuw:

Het huis wordt kadastraal nummer A-2649 samen met de verbouwde en naast staande schuur.

A-2650 wordt omschreven als tuin.

A-2651 wordt omschreven als bouwland.

Uit verslagen van de provincie blijkt dat Schepens een terughoudende en zwaarmoedige persoonlijkheid was.

Desondanks werd hij vanwege zijn bestuur voering gerespecteerd en was hij een welgestelde inwoner

Bij zijn aantreden stond Maarheeze nog onder invloed van traditionele landbouwstructuren.

Gedurende zijn termijn stimuleerde hij met name de zuivelcoöperatie.

Onder zijn bestuur werd de Maarheezer zuivelfabriek opgericht en werd hij zelf voorzitter. Dit boterfabriekje betekende een modernisering van de traditionele boterbereiding en fuseerde later met omliggende fabriekjes hetgeen leidde tot de stoomzuivelfabriek Sint-Antonius in Budel.

De bevolkingsregisters laten zien dat hij met zijn gezin op de boerderij in Maarheeze woonde, en volgens lokale overlevering werd hij landbouwer burgemeester genoemd.

 

De Tijd 1876-02-22

Op civiel gebied verbeterde de infrastructuur geleidelijk. Aan het einde van Schepens' termijn tekenden zich grote veranderingen af door de komst van de spoorlijn Eindhoven–Weert.

In 1905 werd de route van deze staatsspoorlijn definitief vastgesteld, met een station gepland bij Oudenboom onder Maarheeze. Burgemeester Schepens en zijn inwoners toonden zich zeer verheugd dat de lijn aan de zijde van Maarheeze kwam te liggen (in plaats van tussen Soerendonk en Maarheeze). Dit zou betekenen dat Maarheeze een eigen stopplaats kreeg – een vooruitzicht dat zowel economische kansen bood als een impuls om de verbindingsweg van het station naar het dorp te verharden. De daadwerkelijk opening van Station Maarheeze volgde in 1913, enkele jaren na Schepens' aftreden, maar de besluitvorming en tracékeuze vonden plaats tijdens zijn bewind. Dit getuigt van zijn inzet om de bereikbaarheid en ontwikkeling van Maarheeze te bevorderen.

In 1901 brak er brand uit bij de burgemeester en een schuur en stal brandden af, waarbij tevens twee koeien omkwamen. Diverse kranten uit die tijd maakten melding hiervan.

Nieuwe Haarlemsche courant 1901-02-05

Links De Volksstem 1901-05-01 rechts Nieuwe Tilburgsche Courant 1901-05-01

In 1901 vierde de burgemeester Schepens zijn zilveren ambt jubileum.

Hij was daarnaast voorzitter van de Maarheezer Zuivelfabriek, en kreeg bij het jubileum een inktstel aangeboden.

In 1902 vond er opnieuw een verbouwing plaats, en het geheel wordt de percelen A-2730 en A2651.

Vrijwel zeker heeft dit te maken gehad met voornoemde brand.

Foto omstreeks 1905. Het achterste huis links is dat van J. Schepers.

Tijdens zijn laatste ambtsjaren kreeg Schepens te kampen met gezondheidsproblemen. Rond 1904/1905 werd hij getroffen door een beroerte waardoor hij deels verlamt raakte en spraakproblemen kreeg. In 1906 legde hij het ambt neer en werd opgevolgd door Carolus N.J. Moons. In 1910 kwam hij te overlijden.

De Avondpost 1905-12-22

De Tijd 1906-01-13

De Volksstem 1910-03-16

Jacobus Adrianus Schepens overleed 1910 en de kinderen laten een memorie van successie opmaken:

Verklaren dat op den 18^e februari 1910 te Maarheeze aan zijne laatste woonplaats ab intestato (zonder testament) is overleden Jacobus Adrianus Schepens, in leven echtgenoot van Theodora Elisabeth van Mook met wie hij in algehele gemeenschap van goederen gehuwd was.

"Nalatende tot enige erfgenamen bij wettelijke erfopvolging zijne acht kinderen geboren in zijn voormeld huwelijk, zijnde voornoemd ieder voor 1⁄8 gedeelte, dat de nalatenschap van den overledene bestaat uit de helft in het navolgende, uitmakende der gemeenschappelijke boedel van den overledene en diens echtgenote".

Tevens vertrekken een aantal personen.

Dochter Henriette Alphons vertrekt in 1901 naar Tilburg, en wordt kloosterzuster.

Dochter Wilhelmina Henriëtta huwt in 1899 Antonius Gerardus Arts en vestigt zich in Budel.

Zoon Jacobus Everardus is vertrokken, mogelijk al naar Valkenswaard.

Dochter Louisa Theodora vertrekt in 1900 naar Oerle.

Zoon Wilhelmus Gerardus vertrekt naar Utrecht waar hij voor veearts studeert.

Dochter Maria Elisabeth vertrekt in 1889 naar Best, en woont later in Budel, zij blijft ongehuwd.

Er blijft één knecht inwonen, Gerardus Guns.

Na het overlijden van Elisabeth van Mook in 1913 wordt het huis gekocht door Jacobus Praats, gehuwd met Petronella Biemans.

Jacobus Praats woonde eerder aan de overkant. (A-359 Kerkstraat 27), en dit pand wordt daarna bewoond door de familie Kerkhofs of van de Kerkhof.

Er is een tijdelijke inwoner, de gemeentesecretaris Franciscus Antonius Ludovicus Maria Damen, en deze vertrekt alweer in oktober 1915 naar Nederweert.

In 1924 is het huis in tweeën gedeeld en de perceelnummering aangepast, de nieuwe perceelnummers zijn A-2914 en A-2915.

Een deel werd in gebruik genomen als postkantoor door zoon Jacobus Johannes Praats.

Deze laatste was in 1919 tot brievengaarder benoemd. 

In 1930 wordt Jacobus Johannes benoemd tot kantoorhouder in Baarlo.

In 1936 vindt er een verandering in perceel nummering plaats, er wordt een bouwwerk afgebroken (mogelijk een schuur of stal) in verband met de aanleg van de toenmalige nieuwe Rijksweg.afgebroken. Perceel A-2915 wordt A-3045.

1937 Het postkantoor en woonhuis vlak voor de afbraak. Duidelijk is de eerdergenoemde deling te zien.

De volgende grote wijziging is in 1939, het afbreken van de helft van het originele pand. Perceel A-3045 wordt A-3193.

Het deel dat bleef staan was het oude stalgedeelte van de voormalig burgemeester Schepens, toen al omgebouwd tot twee woningen.

Het pand werd geheel afgebroken in 1963 bij de verbreding van de Rijksweg.

Jacobus Johannes Praats (1895-1944) werd in de tweede wereldoorlog als dwangarbeider ingezet in Duitsland.

Jacobus was ambtenaar bij de PTT en kwam in de fabrieken van Salzgitter terecht.

Ongeveer 4000 slachtoffers werden begraven op het nabijgelegen kerkhof Watenstedt ook wel Jammertal kerkhof genoemd. Tegenwoordig Nederlands Ereveld Hannover.

Internet, netwerk oorlogs bronnen

De huidige situatie toont een rijtje huizen gebouwd omstreeks 1957, waar voorheen de boerderij stond.

Geen torenspits meer op de achtergrond, maar een viaduct.